SV | En Mozes en Aaron hebben al deze wonderen gedaan voor Farao's aangezicht; doch de HEERE verhardde Farao's hart, dat hij de kinderen Israëls uit zijn land niet trekken liet. |
WLC | וּמֹשֶׁ֣ה וְאַהֲרֹ֗ן עָשׂ֛וּ אֶת־כָּל־הַמֹּפְתִ֥ים הָאֵ֖לֶּה לִפְנֵ֣י פַרְעֹ֑ה וַיְחַזֵּ֤ק יְהוָה֙ אֶת־לֵ֣ב פַּרְעֹ֔ה וְלֹֽא־שִׁלַּ֥ח אֶת־בְּנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֖ל מֵאַרְצֹֽו׃ פ |
Trans. | ûmōšeh wə’ahărōn ‘āśû ’eṯ-kāl-hammōfəṯîm hā’ēlleh lifənê farə‘ōh wayəḥazzēq JHWH ’eṯ-lēḇ parə‘ōh wəlō’-šillaḥ ’eṯ-bənê-yiśərā’ēl mē’arəṣwō: |
En Mozes en Aaron hebben al deze wonderen gedaan voor Farao's aangezicht; doch de HEERE verhardde Farao's hart, dat hij de kinderen Israëls uit zijn land niet trekken liet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Mozes en Aaron hebben al deze wonderen gedaan voor Farao's aangezicht; doch de HEERE verhardde Farao's hart, dat hij de kinderen Israëls uit zijn land niet trekken liet.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!